Veel mensen kijken naar leiders als personen die alle touwtjes in handen hebben. Vaak is het zo, dat er heel veel lijntjes van en naar personen in leidinggevende positie lopen.
Leiders zelf wekken ook vaak de indruk hun handen vol te hebben om alle zaken in handen te houden. Leidinggeven en -krijgen wordt in dat geval een spannend gebeuren. Om alle lijntjes bij elkaar te houden, wordt ongemerkt de spanning opgevoerd. Een strakke bundel biedt immers meer houvast dan een losse wirwar! De handen van de leider spannen zich om de bundel en om de nodige grip te houden wordt voortdurend kracht gezet.
De oplossing voor dit leiderschapsdilemma ligt in de ontmoeting. Je kunt jezelf als leider namelijk de vraag stellen of je wel ieder lijntje binnen je organisatie in handen moet willen houden. De spanning die je zelf zet wordt ook aan de andere kant van de lijn ervaren door de medewerkers. Het laat zich raden, dat die trekkracht veelal contraproductief werkt. Gras groeit immers ook niet harder door eraan te trekken.
Het loslaten van de lijnen biedt ontspanning en ruimte, waarin medewerkers zelf vorm kunnen geven aan hun verantwoordelijkheid. Niet in totale bandeloosheid, maar in verbondenheid met collega’s en de leidinggevende van de organisatie.
Het loslaten van de lijnen biedt de leider ruimte om bewuster zijn inspanning te richten op die delen van de organisatie die dat het hardste nodig hebben, zo nodig resoluut. Leidinggeven impliceert een beweging die van je uit gaat, een wederkerigheid, die medewerkers een deel van de leiding teruggeeft.
Dit loslaten vraagt vertrouwen van zowel de leider als de medewerker, maar de ruimte die er door ontstaat zal leiden tot een grotere creativiteit en ontwikkeling. Een goede leider weet hoe hij zijn leiderschap deelt. Welke lijntjes durft u te laten vieren?!